Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • net·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netzak netzakken
verkleinwoord netzakje netzakjes

Zelfstandig naamwoord

de netzakm

  1. een slappe, vormeloze tas gemaakt van een samenstel van elkaar kruisende draden gebruikt om boodschappen in te bergen
Synoniemen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen