Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·te·len

Zelfstandig naamwoord

de netelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord netel
Synoniemen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be