neofiel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neo·fiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neofiel | neofielen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de neofiel m
- iemand die steeds uit is op nieuwe dingen
Gangbaarheid
- Het woord neofiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neofiel" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ neofiel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be