necrologie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: necrologie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ne·cro·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘lijkrede’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- met het voorvoegsel necro- en met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | necrologie | necrologieën |
verkleinwoord | necrologietje | necrologietjes |
Zelfstandig naamwoord
de necrologie v
- een biografie van een overleden persoon en/of een bespreking van diens werk
- Een necrologie van Harry Mulisch.
Vertalingen
1. een biografie van een overleden persoon en/of een bespreking van diens werk
Gangbaarheid
- Het woord necrologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "necrologie" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "necrologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ necrologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be