navigatiekast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·vi·ga·tie·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van navigatie en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | navigatiekast | navigatiekasten |
verkleinwoord | navigatiekastje | navigatiekastjes |
Zelfstandig naamwoord
- kastje in auto waarin navigatiecomputer zit
- Onze auto heeft een ingebouwd navigatiekastje.
Gangbaarheid
- Het woord navigatiekast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.