Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·vel·stomp·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord navelstompje navelstompjes

Zelfstandig naamwoord

het navelstompjeo dim. tant.

  1. een stukje van de navelstreng dat na het doorknippen van de navelstreng bij de bevalling overblijft

Gangbaarheid