Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·no·ar·chae·o·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - nanoarchaeota
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nanoarchaeotamv

  1. (archaea) stam binnen de oerbacteriën, Nanoarchaeota  , waarvan de leden opvallen door extreem kleine omvang
    • De nanoarchaeota zijn nog niet zo lang geleden ontdekt. 
     N. equitans is de enige te cultiveren soort van de nanoarchaeota.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Harald Huber e.a.
    A new phylum of Archaea represented by a nanosized hyperthermophilic symbiont, nr. 417 in: Nature   (2 mei 2002), p. 63-67
  2.   Weblink bron
    Lubelska, Joanna Mariola
    “Genome-wide analysis of the regulation of sugar transport in the archaeon Sulfolobus solfataricus”, proefschrift (Nederlandse samenvatting), Rijksuniversiteit Groningen