naft

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  naft    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• naft

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	naft
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de naft m

1. benzine

   • Ach, meiske, iedereen hier in de buurt gebruikt dienen auto. Zoals een ouwe fiets, weet je wel. Mij maakt dat niet uit. Als ze hem maar niet pikken. En als ze er maar op tijd naft in doen. 

Gangbaarheid

• Het woord naft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /naft/

Woordafbreking

• naft

Zelfstandig naamwoord

naft

1. genitief meervoud van nafta

Wymysoojs

Zelfstandig naamwoord

nafta v

1. (scheikunde) petroleum, kerosine; een vrij zware fractie alkanen

Synoniemen

• petrolem