Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naakt·voets
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van naakt en voet met het achtervoegsel -s

Bijwoord

naaktvoets

  1. met of op blote voeten
    • Ze liep naaktvoets door de tuin. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: blootvoets   

Gangbaarheid