naaister
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naai·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van naaien met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naaister | naaisters |
verkleinwoord | naaistertje | naaistertjes |
Zelfstandig naamwoord
de naaister v
- (beroep) een vrouw die naaiwerk verricht
- De naaister naaide al onze kapotte broeken.
Synoniemen
Vertalingen
1. een vrouw die naaiwerk verricht
Gangbaarheid
- Het woord naaister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naaister" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be