Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muur·steen·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de muursteentjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord muursteen
     Op een hoekje staat een leuk, karakteristiek pandje met ovalen ramen, gedecoreerd met zachtgele muursteentjes.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Karin Kuijpers
    “Bij Noni deel je het eten, maar zoenen mag je er ook” (5 november 2021) op bd.nl