murf
Niet te verwarren met: murw |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- murf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | murf | murven |
verkleinwoord | murfje | murfjes |
Zelfstandig naamwoord
- mond, smoel, bek
- Daar is nu Martha; wel, zy babbelt van 's ochtends, tot des avonds, maar zy spreekt als een Vrouw; haar murf staat geen oogenblik stil, maar zy praat van haar wasch, en van de keuken; en zo hoort het..[1]
Gangbaarheid
- Het woord murf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Historie van den Heer Willem Leevend, volume 3 Elizabeth Bekker Wolff, Agatha Deken1886