motorjacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: motorjacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mo·tor·jacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van motor en jacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motorjacht | motorjachten |
verkleinwoord | motorjachtje | motorjachtjes |
Zelfstandig naamwoord
het motorjacht o
- (scheepvaart) een pleziervaartuig dat uitgerust is met een motor
Verwante begrippen
- motorboot, boorschip, bulkschip, containerschip, luchtkussenvaartuig, sleepboot, ijsbreker, treiler, ferryboot, reddingsboot, tanker, vleugelboot, cruiseschip, gastanker, koelschip, woonschip, zeiljacht, zeilboot
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord motorjacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.