morse
Niet te verwarren met: Morse |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mor·se
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem van Engels Morse code, naar de 19e-eeuwse Amerikaanse uitvinder S. Morse ; in de betekenis van ‘alfabet voor telegrafisch seinen’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morse | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het morse o
- (communicatie) communicatiesysteem waarbij berichten via korte en lange signalen (punten en strepen) overgebracht worden
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. seinalfabet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
morsen |
morse
- aanvoegende wijs van morsen
Gangbaarheid
- Het woord morse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morse" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ morse op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "morse" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- IPA: /mɔʁs/
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
morse | le morse | morses | les morses |
Zelfstandig naamwoord
morse m