morir
Catalaans
Uitspraak
- IPA: /muˈɾi/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse morior.
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
moro | moria | mort |
3e vervoeging | volledig | onregelmatig |
Werkwoord
morir
Spaans
Uitspraak
- IPA: /moˈɾiɾ/
Woordafbreking
- mo·rir
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse morior.
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
morir |
moría |
muerto |
volledig |
Werkwoord
morir
- onovergankelijk sterven, omkomen, overlijden
- eindigen, ophouden
- overgankelijk doden
- «Murió mientras dormía.»
- Ze stierf in haar slaap.
- «Murió mientras dormía.»