moordwijf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- moord·wijf
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende samenstelling van moord zn en wijf zn , mogelijk leenvertaling Duits Mordsweib zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moordwijf | moordwijven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het moordwijf o
- (informeel) zeer aantrekkelijke vrouw
- ▸ 'Dat moet nogal een vrouw zijn.' 'O, meneer Jake, het is een moordwijf. U zou haar eens moeten zien.' 'Dat zal ook wel gebeuren. In de getuigenbank.'[1]
- ▸ 'Mijn moeder is een moordwijf,' zei Jan. 'Ik gun iedereen zo'n moeder.' 'Moordwijf?' vroeg Zain. Hij kende dat woord niet. 'Een geweldig mens,' zei Jan.[2]
- ▸ 'Ho, ho, vriend. We hebben het wel over mijn vrouw, hè?' 'Een moordwijf, daar niet van,' zei Santos lachend. 'Maar van lekker eten heeft ze geen verstand.' 'Barbaar.' Grinnikend pakte Santos de menukaart. 'Nou, laten we hopen dat ze niet alleen konijnenvoer serveren.'[3]
Synoniemen
- moordvrouw (iets minder informeel)
Gangbaarheid
- Het woord 'moordwijf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De jury” (2015), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044974140, p. 233
- ↑ Weblink bron “Piratenzoon” (2017), Querido Kinderboek, ISBN 9789045121383, p. 128
- ↑ Weblink bron Erica Spindler“Kwaad bloed” (2018), HarperCollins Holland, ISBN 9789402756340, p. 163