• moordt uit
vervoeging van
uitmoorden

moordt (...) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmoorden
    • Jij moordt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmoorden
    • Hij moordt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmoorden
    • Moordt uit!