Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·stert aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmonsteren

monstert (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmonsteren
    • Jij monstert aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmonsteren
    • Hij monstert aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanmonsteren
    • Monstert aan! 

Gangbaarheid