Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·no·ma·ne

Bijvoeglijk naamwoord

monomane

  1. verbogen vorm van de stellende trap van monomaan

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be