Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • moer·dop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moerdop moerdoppen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de moerdopm

  1. (imkerij) de cel waarin aan een larve koninginnengelei gevoerd wordt
    • Als de moer de controle wat verliest over haar volk worden er moerdoppen aangelegd. 

Gangbaarheid