Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·del·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
modelvliegen

modelgevlogen
onvolledig

Werkwoord

modelvliegen

  1. inergatief (luchtvaart) het vliegen met modelvliegtuigen
     Heb jaren geleden lijnbestuurd modelgevlogen.[1]
Opmerkingen
  • Beide deelwoorden, modelvliegend en modelgevlogen komen voor en het onvoltooide staat op de woordenlijst van de taalunie. Ook de lange vorm van de onbepaalde wijs model te vliegen wordt gebruikt.

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    hainjedaf
    “CNC zone” (9 maart 2019)