Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·as·me
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord miasme miasmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het miasmeo

  1. kwalijke, ziekmakende moerasdampen
  2. verpeste atmosfeer

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be