Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meu·belt

Werkwoord

vervoeging van
meubelen

meubelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meubelen
    • Jij meubelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meubelen
    • Hij meubelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meubelen
    • Meubelt!