meubelmaker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meubelmaker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meu·bel·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van meubel en maker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meubelmaker | meubelmakers |
verkleinwoord | meubelmakertje | meubelmakertjes |
Zelfstandig naamwoord
de meubelmaker m
- (beroep) een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt
Synoniemen
Vertalingen
1. een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord meubelmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.