merkkleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: merkkleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- merk·kle·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van merk zn en kleren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | merkkleren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de merkkleren mv
- (kleding) kleding van een goed (duur) merk
Gangbaarheid
- Het woord merkkleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.