Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • men·sen·etend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen mensenetend
verbogen mensenetende
partitief mensenetends

Bijvoeglijk naamwoord

mensenetend

  1. van een roofdier dat het mensenvlees eet
     Hij had spoorlijnen tussen Dar en het Tanganyikameer gebouwd, over savannes, door moerassen en bossen, honderden olifanten geschoten, mensenetende leeuwen gedood.[1]
     Hij zei dat de natuurbeheerders de mensenetende tijger hadden geïdentificeerd in een groep van ruim 100 tijgers. Aanvankelijk was het de bedoeling de tijger met een schot te verdoven en daarna naar een dierentuin over te brengen. Maar omdat dit te gevaarlijk bleek, is het roofdier doodgeschoten.[2]
  2. van een mens dat hij of zij mensen eet
Synoniemen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron “Mensenetende tijger in India gedood” (20 aug. 2014), De Telegraaf