Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·nos·pre·cio
enkelvoud meervoud
menosprecio menosprecios

Zelfstandig naamwoord

menosprecio m

  1. minachting, verachting
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
menospreciar

menosprecio

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van menospreciar


Verwijzingen