Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • melk·boe·rin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord melkboerin melkboerinnen
verkleinwoord melkboerinnetje melkboerinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de melkboerinv

  1. (beroep) (handel) iemand (vrouw) die langs de deur ging met voornamelijk melk en zuivelproducten, en eventueel een winkel dreef.
    • De melkboerin bracht de melk bij ons aan de deur. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid