meevallersbelasting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·val·lers·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meevallersbelasting meevallersbelastingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de meevallersbelastingv

  1. (economie) extra belasting die geheven wordt op bedrijfswinsten die door een toevallige samenloop van omstandigheden extra hoog zijn
     Daarnaast kijkt het kabinet naar de invoering van een zogeheten ‘meevallersbelasting’ bij grote bedrijven die profiteren van de hoge energieprijzen en firma’s die topwinsten boekten in coronatijd.[1]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Tobias den Hartog
    “Kabinet overweegt 500 euro voor koopkracht voor veel huishoudens en extra taks voor megawinsten” (15-06-2022), Tubantia