Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meet·re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meetresultaat meetresultaten
verkleinwoord meetresultaatje meetresultaatjes

Zelfstandig naamwoord

het meetresultaato

  1. (techniek) de uitkomst van een of meer metingen
    • Voor één meetresultaat moet je soms meer metingen en meetgegevens gebruiken. 
    • Wil je een nauwkeurig meetresultaat hebben neem je het gemiddelde van 5 metingen. 

Gangbaarheid