Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·ar·beid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meerarbeid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de meerarbeidm

  1. (bouwkunde) werk dat wordt verricht boven wat van te voren is afgesproken
  2. (economie) werk dat wordt verricht boven wat voor het levensonderhoud noodzakelijk is (-> Karl Marx)
Synoniemen

Gangbaarheid