Nederlands

 
1. Een Oostenrijkse meelkist.
Uitspraak
Woordafbreking
  • meel·kist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meelkist meelkisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de meelkistv / m

  1. (huishouden) (historisch) goed afsluitbare grote doos van stevig materiaal die gemalen graankorrels kan beschermen tegen plaagdieren en bederf als ze daarin langere tijd worden bewaard
     Hij het ze ongedeerd vertrekken, zijn beide handen aan de meelkist vastgeklampt om niet te vallen.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen