Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·kijkt

Werkwoord

vervoeging van
meekijken

meekijkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meekijken
    • ... dat jij meekijkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meekijken
    • ... dat hij meekijkt.