Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·ge·brach·te

Bijvoeglijk naamwoord

meegebrachte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van meegebracht

Werkwoord

vervoeging van: meebrengen…
verbogen vorm: meegebrachtee

meegebrachte

  1. verbogen vorm van meegebracht, voltooid deelwoord van meebrengen

Gangbaarheid