meebliezen
- Geluid: meebliezen (hulp, bestand)
- mee·blie·zen
vervoeging van |
---|
meeblazen |
meebliezen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meeblazen
- ...dat wij meebliezen.
- ...dat jullie meebliezen.
- ...dat zij meebliezen.
- ...dat wij meebliezen.
- Het woord meebliezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.