Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·blaast

Werkwoord

vervoeging van
meeblazen

meeblaast

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeblazen
    • ... dat jij meeblaast. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeblazen
    • ... dat hij meeblaast. 

Gangbaarheid