medewerkerscontract


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·wer·kers·con·tract
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medewerkerscontract medewerkerscontracten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de medewerkerscontractm

  1. (juridisch) arbeidsovereenkomst voor personeel
     En Lex Muller, de baas van de sportjongens? Die beloonde me met een medewerkerscontract.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Léon de Kort
    “ELke Dag een uur” (2015), Nieuw Amsterdam  , ISBN 9789046820216