mechaniseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·cha·ni·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mechaniseren |
mechaniseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mechaniseren
- Jij mechaniseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mechaniseren
- Hij mechaniseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mechaniseren
- Mechaniseert!