mechaniseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mechaniseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- me·cha·ni·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mechaniseren |
mechaniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mechaniseren
- Ik mechaniseer.
- gebiedende wijs van mechaniseren
- Mechaniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mechaniseren
- Mechaniseer je?