maximaliseren
Nederlands
Uitspraak
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
maximaliseren |
maximaliseerde |
gemaximaliseerd |
zwak -d | volledig |
Woordafbreking
- maxi·ma·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse maximaliser (met het achtervoegsel -iseren) [1]
Werkwoord
maximaliseren
- overgankelijk zo groot mogelijk maken
- De ontwerper haalde de zon naar de noordelijke tuinzijde, maximaliseerde de ruimtelijkheid en scheidde privaat van professioneel.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord maximaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.