masturbeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mas·tur·beer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
masturberen |
masturbeerde
- enkelvoud verleden tijd van masturberen
- Ik masturbeerde.
- Jij masturbeerde.
- Hij, zij, het masturbeerde.
- Ik masturbeerde.
vervoeging van |
---|
masturberen |
masturbeerde