massificatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mas·si·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van massificeren met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | massificatie | massificaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de massificatie v
- het massificeren, het massaal maken
Gangbaarheid
- Het woord massificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "massificatie" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be