Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·tel·de dood

Werkwoord

vervoeging van
doodmartelen

martelde dood

  1. enkelvoud verleden tijd van doodmartelen
    • Ik martelde dood. 
    • Jij martelde dood. 
    • Hij, zij, het martelde dood. 

Gangbaarheid