marktpartij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marktpartij (hulp, bestand)
Woordafbreking
- markt·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van markt en partij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marktpartij | marktpartijen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de marktpartij v
- (economie) een van de 'spelers' (vooral ondernemingen) die op een bepaalde markt opereren
Gangbaarheid
- Het woord marktpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.