marktleider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marktleider (hulp, bestand)
Woordafbreking
- markt·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van markt en leider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marktleider | marktleiders |
verkleinwoord | marktleidertje | marktleidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de marktleider m
- de organisatie die de markt aanvoert in een bepaald marktsegment
- CITO marktleider op het gebied van toetsen in Nederland.
Gangbaarheid
- Het woord marktleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marktleider" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be