Deens

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere


Noors

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere

Zelfstandig naamwoord

mariner, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van marine


Nynorsk

Woordafbreking
  • ma·ri·ner

Werkwoord

mariner

  1. gebiedende wijs van marinere