Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ren

Zelfstandig naamwoord

de marenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mare
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord maar
Anagrammen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be