Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·nu·mi·tir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
manumitir
manumitía
manumitido/manumiso
volledig

Werkwoord

manumitir

  1. overgankelijk vrijlaten (de vrijheid geven aan een slaaf)

Verwijzingen