mantra
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·tra
Woordherkomst en -opbouw
- van Sanskriet मन्त्र (mántra), in de betekenis van ‘gebedsformule’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mantra | mantra's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) een gedicht, woord, uitspraak of een lettergreep die het midden houdt tussen een spreuk met magisch effect en een gebed
- 'Hare Krishna Hare Krishna / Krishna Krishna Hare Hare / Hare Rama Hare Rama / Rama Rama Hare Hare' is een bekende mantra.
- lijfspreuk in meer algemene zin van het woord
- Michel opende de persconferentie met zijn mantra: jobs, jobs, jobs. De maatregelen willen voluit gebruikmaken van de aantrekkende economie. Op papier moet de verlaging van de vennootschapsbelasting een nuloperatie zijn, ongetwijfeld rekent de minister van Financiën op een toename van de activiteiten die potentiële tekorten dichtrijden. Optimisme voert de boventoon.[3]
- Die conclusie past in het beeld dat Chinezen hebben van de Steentijd. „Lokale continuïteit is altijd het mantra geweest van Chinese antropologen”, zegt de Franse Neanderthalerexpert Jean-Jacques Hublin, die niet bij het onderzoek betrokken was. „Veel geloven er nog altijd dat moderne Chinezen afstammen van Aziatische Homo erectus.” En dus niet van de later uit Afrika vertrokken Homo sapiens. DNA-onderzoek aan moderne Chinezen heeft dat Chinese idee overigens al ontkracht. [4]
Synoniemen
- [2] kreet, lijfspreuk, slogan
Vertalingen
1. (religie) een gedicht, woord, uitspraak of een lettergreep die het midden houdt tussen een spreuk met magisch effect en een gebed
Gangbaarheid
- Het woord mantra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mantra" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "mantra" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mantra op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Standaard 27 juli 2017
- ↑ NRC Lucas Brouwers 2 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mantra | mantras |
mantra
Zelfstandig naamwoord
mantra
Frans
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
mantra | le mantra | mantras | les mantras |
Zelfstandig naamwoord
mantra m