• man·tel·dier·tjes

de manteldiertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord manteldier
     Wie beseft dat het spijsverteringskanaal van de zakpijp, een van de primitiefste manteldiertjes die al vijfhonderd miljoen jaar bestaan, overeenkomsten vertoont met dat van de mens, beziet zichzelf in de toekomst toch anders.[1]
  1.   Weblink bron
    Lucette ter Borg
    “Even mooi als monsterlijk” (16 maart 2013) op nrc.nl